20-06-2025
Onlangs zocht ik contact met een bepaalde klantenservice. Aangezien een telefoonnummer niet te vinden was, stuurde ik een berichtje in zo’n chatbox. Een robot gaf antwoord. Maar die begreep niet wat ik bedoelde. Ook niet na 4 keer mijn verhaal in andere bewoordingen te doen. Het kostte veel moeite om een mens te kunnen spreken. Nog steeds via de chat, persoonlijker of spannender werd het niet.
Tegenwoordig kan alles. Beeldzorg, chatrobots, een robotkat als huisdier, een robotstofzuiger, een robot die je drankje brengt of de vuile vaat ophaalt enzovoorts. Handig? Zeker wel! Het biedt in veel situaties een oplossing. Het kan de efficiëntie verbeteren of een oplossing zijn voor personeelstekort. Maar is dit nu dé toekomst?
In het WOZO (Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen) staat: “zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan.” Er moet iets gebeuren om de zorg houdbaar te maken! ik. Beeldzorg en de inzet van technologie kan daar aan bijdragen. Maar zullen we het inzetten als aanvulling en versterking van de zorg? Niet als vervanging?
Ik zie ook heus voordelen hoor. En ik vind het ook fijn om soms digitaal te vergaderen. Erg efficiënt en geen reistijd. Of ik doe ook wel eens digitale consulten. Een prima oplossing als patiënten bijvoorbeeld laag belastbaar zijn of in andere situaties. Maar soms wil je elkaar toch even écht in de ogen kunnen kijken, een stevige handdruk kunnen geven of een hand op iemands schouder leggen.
Hoe zou de wereld eruit zien als ik 80 ben? Zou er dan ook een “billen was robot” zijn?